Aanmelding
U meldt zich aan via het contactformulier op onze website of telefonisch. Dit kan op eigen initiatief zijn, maar kan ook na verwijzing door de school, het CLB, de arts,... Daarbij maken we een afspraak voor een gesprek en een onderzoek.
Intake
Tijdens het intakegesprek maken we kennis en bespreken we de moeilijkheden die je ervaart. Daarnaast is een uitgebreide anamnese ook van belang. Dit is een vraaggesprek met de therapeut waarbij de voorgeschiedenis van de cliënt, de sterktes en zwaktes in kaart wordt gebracht.
Het eerste gesprek duurt 50-60 minuten.
Onderzoek
Met een uitgebreid onderzoek krijgen we een goed beeld van de aard en de ernst van de problemen. Afhankelijk van de noden van de cliënt is dit enkel een logopedisch onderzoek of is een multidisciplinair onderzoek aangewezen.
Behandeling
Bij het opstellen van het behandelplan wordt er gezocht naar de meest geschikte vorm van begeleiding. Een therapiesessie duurt 30 of 60 minuten. In de meeste gevallen is het gunstig om 2 maal per week op therapie te komen. In de praktijk wordt er samengewerkt met verschillende disciplines zodat de beste behandeling gegarandeerd kan worden.
1. Taalontwikkelingsstoornissen
Op 5 à 6 jarige leeftijd, beschikt een kind over een redelijk inzicht in het taalpatroon. Wanneer zich een vertraging of afwijking in deze ontwikkeling voordoet, spreekt men over een taalstoornis. Er kunnen problemen zijn met het begrijpen van taal, met de productie van taal (het zich uiten) of op beide gebieden. Deze deelgebieden kunnen weer worden onderverdeeld in onder andere de woordenschat, woordvorming, zinsbouw, verhaalopbouw en taalgebruik. Het is belangrijk om een taalstoornis vroegtijdig aan te pakken.
Wanneer een kind zijn omgeving niet kan begrijpen en/of zichzelf niet goed kan uitdrukken, kunnen gedragsproblemen of driftbuien ontstaan. Ook de ontwikkeling van schoolse vaardigheden wordt verstoord door taalproblemen.
2. Afasie
Taalproblemen bij volwassenen ontstaan door een hersenbeschadiging. Dit heet afasie. De ernst en de omvang van de stoornis zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel. Sommige mensen begrijpen nog alles, maar kunnen niet meer spreken of hebben last van woordvindingsproblemen. Sommigen kunnen niet meer alle klanken correct uitspreken en hebben problemen met zinsbouw. Dit leidt vaak tot grote communicatieproblemen. Het is belangrijk om zo snel mogelijk na een herseninfarct te beginnen met de therapie omdat het meeste herstel kort na het herseninfarct optreedt. Soms is de taal zo ernstig aangetast dat er (tijdelijk) een communicatie hulpmiddel ingeschakeld wordt.
Steeds vaker ondervinden kinderen moeilijkheden met het verwerken van leerstof. We spreken van leerproblemen als daar vlug verandering in te krijgen is.
Wanneer de moeilijkheden hardnekkig aanwezig blijven, spreken we over een leerstoornis.
De oorsprong van het probleem is een inwendig tekort in het taalvermogen van het kind. Ondanks hun normale intelligentie krijgen deze kinderen problemen met lezen, schrijven en/of rekenen.
1. Dyslexie
Dit is een leesstoornis waarbij het omzetten van schrijftaal naar spraak verstoord wordt.
Wanneer een kind hardnekkig problemen ondervindt met het leren lezen, is er sprake van dyslexie. Sommige letters worden vaak verwisseld, de fouten lijken op verstrooidheidsfouten, opdrachten worden verkeerd gelezen en begrepen,…
2. Dysorthografie
Dit is een schrijfstoornis waarbij het omzetten van gesproken taal in geschreven taal moeilijk verloopt.
Kinderen met dysorthografie hebben opvallende en hardnekkige spellingsmoeilijkheden. Schrijven zonder fouten lukt niet. Spellingsregels worden niet onthouden en woorden worden meestel geschreven zoals ze klinken. Het handschrift is vaak moeilijk leesbaar en slordig.
3. Dyscalculie
Dit is een rekenstoornis waarbij kinderen een achterstand hebben op specifieke rekenvaardigheden.
Kinderen met dyscalculie hebben ondanks een goede intelligentie zwakke rekenprestaties. Hierbij zien we een automatisatieprobleem. Het kind blijft fouten maken ook al wordt er thuis elke dag geoefend. De tafels worden telkens weer ‘vergeten’. De splitsingen geraken maar niet gekend. Getallen worden omgekeerd. De technieken van hoofdrekenen zijn zo moeilijk. Heel vaak tellen de kinderen nog op hun vingers. Ze rekenen cijferend omdat ze voelen dat hun basis onvoldoende is.
"Au, mijn stem doet het niet"!?
Ben je langdurig hees of ervaar je (soms) pijn in de keel tijdens het spreken? Klinkt je stem plots veel zwakker dan normaal of merk je soms dat je stem volledig wegvalt na veel praten? Raakt je stem snel uitgeput?
Herken je jezelf in één of meerdere van deze signalen? Dan is het tijd om aan de alarmbel te trekken. Je hebt dan misschien wel een stemstoornis.
Wat is een stemstoornis dan precies?
Een stemstoornis is een aandoening van de stem of van het stemapparaat (= strottenhoofd), waardoor de stem anders/afwijkend klinkt.
Er zijn twee vormen, namelijk organische stemstoornissen en niet-organische/functionele stemstoornissen. Deze worden tijdens het onderzoek bij
de Neus-Keel-Oor-arts en bij de logopediste vastgesteld.
1) Organische stemstoornissen: Er is een letsel ter hoogte van de stemplooien.
2) Niet-organische stemstoornissen: Je gebruikt je stem foutief. Wanneer dit te lang gebeurt, kan dit leiden tot een organisch letsel.
Een stemprobleem, hoe komt dat? Wat nu?
Stemproblemen worden meestal veroorzaakt door verkeerd stemgebruik of stemmisbruik: schreeuwen, te luid spreken, te snel spreken, veelvuldig de stem vervormen (nabootsen van tv-figuren). Hierdoor kan heesheid of schorheid optreden. Als de problemen langer aanhouden kan er een afwijking aan de stembanden ontstaan in de vorm van bijvoorbeeld stembandknobbels. Om te voorkomen dat de stembanden beschadigd worden, is het belangrijk om bij aanhoudende stemklachten actie te ondernemen.
Ook beroepssprekers (bv. leerkrachten) kunnen makkelijk ten prooi vallen voor stemproblemen. Door het vele spreken en al vaker stemverheffingen kunnen ze last beginnen te krijgen van hun stem door overbelasting of verkeerd stemgebruik. Best kan er dan contact opgenomen worden met een stemtherapeut om te voorkomen dat de problemen schade aan de stembanden veroorzaken.
Stemtherapie, voor wie?
Zowel kinderen als volwassenen die last hebben van hun stem kunnen bij een stemtherapeut terecht voor onderzoek en, indien aangewezen, behandeling. De oorzaak van de stemklachten kan zeer verscheiden zijn (stemplooiknobbels, neurologische aandoening, foutief stemgebruik, ....). Het onderzoek brengt hier duidelijkheid in.
Daarnaast kunnen ook professionele stemgebruikers (leerkrachten, acteurs, zangers,...) bij een stemtherapeut terecht om hun stemgebruik te optimaliseren.
Stemtherapie, wat houdt dat in?
Een hoofddoel van stemtherapie is om de kwaliteit van de stem zo optimaal mogelijk te verbeteren. In de eerste plaats dient de stembelasting afgestemd te worden op de stembelastbaarheid van de stem. Samen met jou doorlopen we vele oefeningen specifiek voor de stem, maar ook lichaamshouding en ademhaling spelen een belangrijke rol. Er wordt ook gewerkt aan het herstel van een goed evenwicht tussen lichaamshouding, ademsteun, stembandsluiting en articulatie. Daarnaast krijg je tips voor een goede stemhygiëne (= op een gezonde, goede en bewuste manier met je stem omgaan). Samen zoeken we naar een aangepaste manier van jouw stemgebruik. Een begeleiding afgestemd op jouw specifieke noden met als doel: een optimaal stemgeluid creëren en leren om op een economische manier om te gaan met je eigen stem.